14. Offboarding

Werknemers vertrekken ook weer uit een organisatie. De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer wordt dan beëindigd.

Vormen van vertrek of verloop

De keuze om de onderneming te verlaten is noch de keuze van de werknemer noch die van de werkgever. De arbeidsrelatie houdt om een externe reden op te bestaan.

De werknemer beëindigt de werkrelatie. Vanuit het standpunt van de werkgever kan het gaan om een gewenst of ongewenst ontslag. We maken hier een onderscheid tussen een functioneel en disfunctioneel verloop:

  • Functioneel verloop
    De werknemer functioneert niet goed en vertrekt. Voorbeeld: Een verzekeringsexpert bij een bank die zich uit de sector wilt terugtrekken of een secretaresse die erg sterk was als typiste maar geen computerkennis meer heeft opgedaan.
  • Disfunctioneel verloop
    De werknemer functioneert wel goed en vertrekt. Als deze stroom groot is, dan is er iets mis met de organisatie/het management.

Voorbeeld: Een werknemer bij een bank vertrekt naar een andere bank om daar dezelfde/een hogere functie te bekleden. De grootste voorspellers van
personeelsverloop zijn dus een gebrek aan betrokkenheid, tevredenheid en loyaliteit.

Het initiatief tot het ontslag/beëindigen van de arbeidsrelatie ligt bij de werkgever.

Dit ontslag is steeds functioneel (behoudens eventuele fouten gemaakt door de organisatie).